maandag 25 september 2017

SJAREL EX: PLEIDOOI PRO BLAUWE GOLVEN VAN PETER STRUYCKEN

Alberto Burri
Hieronder vindt u de tekst van de speech van Sjarel Ex, directeur van Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam, tijdens de informatieve bijeenkomst BEHOUD BLAUWE GOLVEN: WAARDEVOL VOOR ARNHEM, BELANGRIJK VOOR NEDERLAND op vrijdag 22 september 2017 in Rozet Arnhem.

Vanaf 1972 werkte Peter Struycken aan zijn blauwe golven bij de Arnhemse Rijnkade, een kunstwerk dat in 1978 tijdens de bestuursperiode van wethouder Kunstzaken A.J. Berkhout werd opgeleverd. Een nauwe samenwerking met Gemeentewerken Arnhem. Museum Kröller Muller maakt in zijn publicatie van 1977 gewag van intensieve discussies met ingenieur C. Pet en een uitvoering die geschiedde onder de verantwoordelijkheid van ingenieur M.J. Waalboer.

Robert Smithson
1972, dat is een jaar na de baanbrekende tentoonstelling Sonsbeek Buiten de Perken, waarin onder meer de wereldberoemde Broken Circle van Robert Smithson bij Emmen werd gerealiseerd. Waarin de troffel van Claes Oldenburg in het Sonsbeekpark werd gestoken, en het observatorium van Robert Morris verrees in Duin en Kruitberg, het landgoed in Santpoort-noord, bij Velsen. Het voorbeeldige Arnhemse Sonsbeek-initiatief waaierde onder de bezielende leiding van Wim Beeren uit over heel Nederland, van noord tot zuid, en geen brug was te ver. Polygoonbeelden van dat evenement blinken uit van een aanstekelijk en onvergetelijk optimisme - was het de Arnhemse wederopbouwtijd? - en veel nieuwsgierig publiek dat uit alle hoeken van het land toestroomde.

Het was toen dat Prinses Beatrix en Prins Claus in Huis Drakesteyn contact legden met het Nederlandse artistieke leven. Bij een ontvangst ter gelegenheid van een expositie daar in de tuin, met onder anderen Arthur Sproncken, Kees Franse en Rinus van de Bosch, had ook Claus zelf een kunstwerk gemaakt. Hij had een gedeelte van het gazon gemaaid in de vorm van een cirkel. Deze had hij omheind met paaltjes en prikkeldraad. In het midden stond een bord met de de tekst: 'Claus binnen de perken'. (Aldus de herinneringen van de daar aanwezige M.C.A.van de Hulsbeek van den Heuvel)

Speelse trots, die je ook ziet op panoramische zwart-witfoto’s van net na de oplevering: Blauwe Golven met een blinkend verse Opel Cadet Coupé, die langs het helder gestreepte, cutting edge sharpe, licht golvende landschap cruiset. Elke steen schittert in de zon, ligt strak in het gelid, er is geen vuiltje en geen grassprietje te zien. Adembenemend fraai.


Arnhem was toen een kunststad van allure, het leek er een grote happening, het was the place to be. In september en oktober 1978 organiseerde kunstenaar Marten Hendriks een legendarisch performance festival met gasten als Joseph Beuys, Chris Burden, Marina Abramovic & Ulay en Hermann Nitsch. Ik reisde er als tweede jaars student kunstgeschiedenis heen. Bij de gedachte alleen al aan het Orgieën-Mysteriën-Theater van Nitsch, die met hectoliters bloed uit het Arnhems slachthuis werkte, schiet die muffe smaak en die alles doordringende geur weer in mijn mond. Het was de bloeitijd van het Gemeentemuseum met Pierre Janssen, en Museum Kröller-Müller met Rudi Oxenaar.

'Arnhem, wat een trotse plek in de geschiedenis van de kunst heeft u. En verdient die geschiedenis niet wat meer respect?'


Ik wil maar zeggen: Arnhem, wat een trotse plek in de geschiedenis van de kunst heeft u. En verdient die geschiedenis niet wat meer respect? Struycken zette een standaard neer door van een onooglijk, gebrekkig rest-gebied tussen autowegen een dynamisch visueel feest te maken, met een prachtige zowel golvende als hoekige kadewand, een parkje van 100 x 100 meter, een verkeerscircuit van 150 x 500 meter waarop de wandelaar vanuit wisselende kijkpunten een steeds samenhangend beeld heeft van het geheel. Het golfveld maakt van het totale gebied een plastiek. De geparkeerde auto’s stonden schots en scheef waardoor het allemaal een stuk levendiger en speelser oogde en Peter Struycken schreef er zelf nog bij dat als ze er niet stonden, dan zat je niet met een kaal en lelijk terrein. En dan is er natuurlijk de prachtige associatie met golvend water.

Er zijn wat mij betreft maar een hand vol kunstwerken in de wereld die qua maatgevoel, radicaliteit en poëtische kracht kunnen tippen aan de Blauwe golven Van Peter Struycken. Drie jaar na de oplevering van Blauwe Golven maakt de Italiaan Alberto Burri van het na een aardbeving volkomen verwoeste dorpje Gibellina, op Sicilie, een indrukwekkend monument. Het ligt er nu al meer dan 35 jaar te blakeren in de zon als een hedendaags Pompeï. Een gestolde herinnering aan een dorp dat in een paar seconden van de berg gleed en met man en muis verdween.

En weer geheel anders, maar in dezelfde categorie, in 1987 creëerde Daan van Golden een indrukwekkend werk met de titel Aqua Azul in de Amsterdamse Hortus. De illusie van een blauw dooraderde Amazone in een groen landschap, gekoppeld aan de eeuwen oude, door talloze hortulanussen gecultiveerde tuin. Een werk in Century ’87 waar ik met dezelfde - ontroerde - Prins Claus rondliep tijdens de opening. Dat is een categorie die, hoe moet je het duiden, de overname van de realiteit door een andere werkelijkheid vertegenwoordigt. Zo is kunst in de openbare ruimte op zijn best.

Overigens was in diezelfde tentoonstelling in 1987 ook dit prachtige, uit veranderlijk licht bestaande kunstwerk van Peter Struycken te zien, dat de stucco reliëfs in de burgerzaal van het paleis op de Dam bescheen. Je raakte er compleet betoverd door de dynamische kleurruimte, de wat grijzige zaal werd een kleurig ruimteschip in ruimte en tijd. Ik was initiatiefnemer en mede-organisator van Century 87, en de Blauwe Golven van Peter Struycken waren voor mij een inspiratiebron. Ik herinner mij heel goed dat bezoek aan de Blauwe Golven op een snikhete zomerdag in 1993, toen, in het kader van Jan Hoets Sonsbeek nummer 9, een huisje van Jan van de Pavert, een onaf modernistisch betonnen gebouwtje, zowel stoer als desolaat, op een doodlopend stukje straat midden tussen de blauwe golven stond. Een prachtig contrast, of misschien wel een voorspelling. En zeker een ode van de jonge aan de oude meester.

De Blauwe Golven waren toen al verwaarloosd. En dat werd allengs erger. In 2007 exposeerde Peter Struycken voor de vierde keer solo in het Groninger Museum en bevatte het Groningse museumtijdschrift de volgende zinnen: 'De Blauwe Golven van Peter Struycken in Arnhem zijn het grootste en bekendste omgevingskunstwerk van Nederland van de jaren zeventig. Ze liggen er nu niet meer in volle glorie bij. De ooit helder witte en blauwe bakstenen zijn diepgaand vervuild nadat het werk zijn oorspronkelijke functie als parkeerterrein heeft verloren, en de status ervan ongewis is geworden.' Het is het lot dat een groot deel van de kunst in de openbare ruimte helaas beschoren is, door gebrek aan aandacht en onderhoud gaat het langzaam achteruit, totdat bijna niemand meer weet waar het ooit voor bedoeld was.

En nu weer tien jaar later, dames en heren... Struyckens blauwe golven zijn er slecht aan toe en worden bespot, maar er is nog hoop en kijk gerust zelf eens, ze zijn nog immer messcherp al is het vanaf grote hoogte via Google Earth te zien. Het is een van de weinige kunstwerken in Nederland dat zichtbaar is vanuit de ruimte. Arnhem, hier verzameld, uw kunststad leeft nog steeds, er is nog steeds een goed museum en een ander goed museum in de buurt, ik roep u op om uw hedendaagse erfgoed te verdedigen! De blauwe golven verdienen aandacht en protectie. Ik wens u wijsheid en inzicht. Dank u wel

Ex 21 sept 2017