Werkgroep
Behoud Blauwe Golven Arnhem
Werkgroep
Monumentale Kunst van Erfgoedvereniging Bond Heemschut
Vereniging
Stadsschoon Arnhem
Binnenkort
beslist de Arnhemse gemeenteraad over het lot van Peter Struyckens
omgevingskunstwerk Blauwe Golven. Dat doet de gemeenteraad mede op grond van het onlangs herschreven
rapport van Buro Poelmans Reesink (d.d. 26 09 2018, PDF 21 MB). Daarin worden twee alternatieven
geschetst voor de Creatieve Corridor: optie
A (sloop Blauwe Golven) of optie B
(behoud en aanpassing Blauwe Golven).
Wat ons
betreft bevestigt het rapport wat wij gezamenlijk al eerder betoogden: behoud
van Blauwe Golven is zonder noemenswaardige obstakels te verenigen met ALLE
wensen van beleidsmakers, binnenstadbewoners en ondernemers.
We zijn
verheugd dat optie B nu is toegevoegd. Het rapport laat volgens ons echter een
reeks van zaken buiten beschouwing, is verwarrend als het om getallen gaat en
schetst op onterechte gronden een gunstiger beeld van optie A dan van optie B.
Onze bezwaren kort
samengevat
1.
In
het rapport komen sentimentele, cultuurhistorische, esthetische en
architectonische aspecten van Blauwe Golven niet aan bod. Dat past niet bij een
stad die zich blijkens het laatste collegeakkoord wil laten gelden als de
'culturele hoofdstad van het Oosten' (Collegeakkoord blz. 12).
2.
Wat
betreft de waterberging maakt het rapport een kapitale fout. De wens om
wateropvang te realiseren op het hoogste punt van het terrein is volstrekt
onlogisch en kan alleen gerealiseerd worden na forse en dure ingrepen. Er is
dan ook geen sprake van een ‘natuurlijke vijver’ (blz. 22).
3.
De
mogelijkheid om de fontein te herstellen (de infrastructuur is nog aanwezig),
maar zuiniger te laten werken, blijft buiten beschouwing.
4.
In
optie A krijgt het Roermondsplein een éénzijdige en overladen bestemming als
evenemententerrein. Het rapport gaat voorbij aan de gevolgen hiervan voor de
kwaliteit van de openbare ruimte en aan het feit dat er voor het park, dat de
burger in eerdere versies van de sloopplannen werd voorgespiegeld, geen of
amper plaats is.
5.
Het
rapport schetst een ongunstig beeld van optie B als het gaat om de verbindingen
met andere delen van de binnenstad en de ontwikkeling van een paviljoen op het
uitkijkpunt, zonder dat daar argumenten voor zijn.
6.
Het
beeldmateriaal is suggestief: vriendelijke ‘groene’ plaatjes zonder aanduiding
van de locatie versus auto’s, straten en viaductpijlers.
7.
Het
aantal genoemde parkeerplaatsen in optie B is niet alleen onjuist (310 in
plaats van 230) maar gaat ook voorbij aan andere mogelijkheden dan belijning
(blz. 18), bijvoorbeeld laadpalen voor elektrisch rijden.
8.
De
tabel die aan het einde van het rapport een vergelijkend overzicht geeft (blz.
43), is niet doorzichtig en herhaalt onberedeneerde en onjuiste aannames.
Voor het
maken van een afgewogen keuze dient de informatie compleet en correct voor de
gemeenteraad te zijn, lees daarom hierna ook onze onderbouwing.
Wij
betreuren het, dat bij het herschrijven van onderhavig rapport ontwerper Peter
Struycken niet is geraadpleegd. Was hij actiever betrokken geweest, dan zou hij
op tijd zaken hebben kunnen corrigeren. Wij hopen derhalve dat het rapport
alsnog op de door ons genoemde punten wordt bijgesteld.
Arnhem, 9 oktober 2018
Peter
Nijenhuis, namens Werkgroep Behoud
Blauwe Golven Arnhem
Johanna Jacobs,
namens Werkgroep Monumentale Kunst van Erfgoedvereniging
Bond Heemschut
Edwin
Kemers, namens Vereniging Stadsschoon
Arnhem
Toelichting bij onze
bezwaren
1 Sentimentele, cultuurhistorische, esthetische en
architectonische aspecten
a.
In
het rapport wordt Blauwe Golven zonder nadere toelichting of nuancering
omschreven als kunstwerk (met name blz. 12). Het zou beter zijn om Blauwe
Golven een omgevingskunstwerk te noemen, hoewel ook die term voorbijgaat aan de
praktische gebruikswaarde van Blauwe Golven. Een omschrijving van Blauwe Golven
als 'parkeerterrein met een kunstzinnige en landschappelijke invulling' – want
zo is Blauwe Golven door Peter Struycken oorspronkelijk ontworpen – zou het
meeste recht doen aan de aard ervan. Dat die omschrijving een beetje ambtelijk
en omslachtig is, spreekt voor zich.
b.
Het
rapport van Buro Poelmans Reesink gaat niet in op de betekenis van Blauwe
Golven als herkenningspunt of 'landmark' voor bezoekers aan Arnhem en de
sentimentele waarde ervan, zeker ook, zo is ons gebleken, voor bewoners en
voormalige bewoners van de aangrenzende Du Soleilflat.
c.
De
kunsthistorische waarde van Blauwe Golven, zoals geschetst in de Kunst- en cultuurhistorische waardebepaling
van Jonneke Jobse blijft in het rapport buiten beschouwing. Kunstenaar en ontwerper Peter
Struycken neemt in zijn vakgebied een vooraanstaande en internationaal erkende
plaats in. Zijn werk is een schakel in de ontwikkeling van de twintigste-eeuwse
moderne kunst, die in Nederland begint met figuren als Piet Mondriaan, Theo van
Doesburg en Gerrit Rietveld. Niet minder belangrijk zijn Struyckens
activiteiten als docent in het licht van de zogenaamde Arnhemse School. Dat ook
naar dat laatste niet wordt verwezen lijkt ons een omissie. Blauwe Golven wordt
niet voor niets het icoon van Arnhem genoemd!
d.
Het
rapport van Buro Poelmans Reesink vraagt aandacht op voor de relatie tussen het
Roermondsplein en de grote structuren in de stad, zoals de singels, de route
oost-west door het centrum en de Rijn (blz. 18). Andere grote structuren, of
simpeler gezegd aspecten van de stad als een geheel, komen in het rapport
echter niet aan bod. Geen aandacht besteedt het rapport aan Blauwe Golven als
visuele tegenhanger van het door Ben van Berkel ontworpen station, waar de golf
als vorm een minstens zo bepalende rol speelt.
e.
Aandacht
is er in het rapport evenmin voor de wijze waarop Blauwe Golven een extra
visueel accent geeft aan het terrein van de binnenstad, dat vanaf Sonsbeek
glooiend afloopt richting de Rijn.
f.
Een
omissie is in onze ogen eveneens dat in het rapport voorbij wordt gegaan aan de
betekenis van Blauwe Golven als een uitgesproken en contrasterend gebaar tegenover
de retrospectieve en naar kleinschaligheid neigende nieuwbouw op en aan de
zuidelijke rand van het Kerkplein en langs het Kleine Oord.
2 Waterberging
foto Ivonne Zijp |
Het
rapport spreekt van kansen voor de aanleg van een extra berging voor het
overtollige water van de singels en de binnenstad (blz. 16 en 22). Dat zou na
de sloop van Blauwe Golven moeten gebeuren in het voor publiek af te sluiten
centrale deel van het Roermondsplein, op de plek waar nu de buiten werking
gestelde fontein ligt.
Wat ons betreft maakt men wat dit aangaat een behoorlijke denkfout. De aangeduide plek, waar nu de fontein ligt, is het hoogste punt van het terrein. Aangezien water niet omhoog stroomt, maar omlaag, zal de vijver of waterberging nooit kunnen fungeren als opvang van het overtollige regenwater van de singels en de binnenstad zoals in het rapport wordt gesteld tenzij er aanzienlijke kunstgrepen worden toegepast.
De vijver zal op z'n minst zeer diep, tot onder rioolniveau, moeten worden uitgegraven en in verband met de omringende wegen moeten worden versterkt met een muur. Niet ondenkbaar is dat bij de aanleg van een dergelijke vijver of waterberging zich problemen zullen voordoen vergelijkbaar met die van de wadi in Presikhaaf (Zoomstraat/Amerstraat), die het grootste deel van het jaar of een volledig drooggevallen bodem heeft of er is een vieze drab te zien. Door de aflopende wanden hoopt het zwerfvuil zich op onderin.
Het rapport stelt ook ten onrechte dat er in optie B geen mogelijkheden zijn voor uitbreiding van de wateropvang. Die zijn er wel degelijk. Het laagste punt van het terrein ligt immers bij de Boterdijk, ten westen van de afrit van de brug. Als er dan toch een waterberging moet worden gegraven, dan is dat, ook als men kiest voor optie B, de aangewezen plek. Deze waterberging kan dan in samenhang en samenwerking met Waterschap Rijn en IJssel ontwikkeld worden met Groene kade (blz. 22).
Wat ons betreft maakt men wat dit aangaat een behoorlijke denkfout. De aangeduide plek, waar nu de fontein ligt, is het hoogste punt van het terrein. Aangezien water niet omhoog stroomt, maar omlaag, zal de vijver of waterberging nooit kunnen fungeren als opvang van het overtollige regenwater van de singels en de binnenstad zoals in het rapport wordt gesteld tenzij er aanzienlijke kunstgrepen worden toegepast.
De vijver zal op z'n minst zeer diep, tot onder rioolniveau, moeten worden uitgegraven en in verband met de omringende wegen moeten worden versterkt met een muur. Niet ondenkbaar is dat bij de aanleg van een dergelijke vijver of waterberging zich problemen zullen voordoen vergelijkbaar met die van de wadi in Presikhaaf (Zoomstraat/Amerstraat), die het grootste deel van het jaar of een volledig drooggevallen bodem heeft of er is een vieze drab te zien. Door de aflopende wanden hoopt het zwerfvuil zich op onderin.
Het rapport stelt ook ten onrechte dat er in optie B geen mogelijkheden zijn voor uitbreiding van de wateropvang. Die zijn er wel degelijk. Het laagste punt van het terrein ligt immers bij de Boterdijk, ten westen van de afrit van de brug. Als er dan toch een waterberging moet worden gegraven, dan is dat, ook als men kiest voor optie B, de aangewezen plek. Deze waterberging kan dan in samenhang en samenwerking met Waterschap Rijn en IJssel ontwikkeld worden met Groene kade (blz. 22).
3 Fontein
In de
discussie rond Blauwe Golven kwam meer dan eens naar voren dat veel Arnhemmers belang hechten aan het weer in werking stellen van de fontein. Het rapport van
Buro Poelmans Reesink wijst op de mogelijke extra kosten hiervan (blz. 43),
maar gaat niet in op de mogelijkheid om de fontein zuiniger te laten werken. In
plaats van het grote aantal stralen van vroeger, zouden minder stralen kunnen
volstaan en er zou ook voor een andere zuinige oplossing kunnen worden gekozen.
Inmiddels zijn de technische mogelijkheden hiervoor legio. Bovendien kan
gekozen worden voor een circulair watersysteem. Ontwerper Peter Struycken heeft
al eerder kenbaar gemaakt voorstander te zijn van een dergelijke aanpak.
4 Gevolgen van de
inrichting van het Roermondsplein tot evenemententerrein
In het
kader van optie A, de sloop van Blauwe Golven, schildert het rapport van
Poelmans Reesink een veelheid aan functies en voorzieningen. Aan de oostzijde
zou plaats moeten komen voor een in het talud verzonken parkeerplaats die kan
dienen als evenemententerrein en mogelijk een tweede parkeerdek daarboven.
Langs de Oude Kraan voorziet het rapport onder de brug in een of meer
paviljoens, een hoogwaardige skatebaan en sportfaciliteiten en paden voor
wandelaars en fietsers.
Daarachter, meer naar het zuiden, omcirkelt het verkeer de al besproken, voor voetgangers afgesloten centrale waterberging. Niet ver daarvan, op de plek van de uitkijkpost in de zuidwesthoek van het Roermondsplein, zou dan ook nog plaats moeten zijn voor een paviljoen. Dat alles omdat het Roermondsplein een plek moet worden van 'reuring en dynamiek in een al energieke omgeving' (blz. 16).
Volgens ons betekent dit dat het Roermondsplein bij de keuze voor optie A (sloop van Blauwe Golven):
Daarachter, meer naar het zuiden, omcirkelt het verkeer de al besproken, voor voetgangers afgesloten centrale waterberging. Niet ver daarvan, op de plek van de uitkijkpost in de zuidwesthoek van het Roermondsplein, zou dan ook nog plaats moeten zijn voor een paviljoen. Dat alles omdat het Roermondsplein een plek moet worden van 'reuring en dynamiek in een al energieke omgeving' (blz. 16).
Volgens ons betekent dit dat het Roermondsplein bij de keuze voor optie A (sloop van Blauwe Golven):
a.
Aan
de oostzijde en langs de Oude Kraan een nogal eenzijdige bestemming krijgt als
evenemententerrein.
b.
Zulke
evenemententerreinen zijn er in Arnhem wel meer: het Gele Rijdersplein, de
Stadsblokken, de Markt etc. (zie ook blz. 41 in het rapport). Het
Roermondsplein krijgt echter nog iets extra's: een uitgebreide parkeerfunctie
aan de oostzijde.
c.
Het
niet ondenkbaar is dat de parkeer- en geluidsproblemen zich bij een keuze voor
optie A verplaatsen of uitbreiden van de noordzijde naar de oostzijde.
d.
Dat,
gezien al deze geplande functies en het feit dat het centrale deel met de
waterberging wordt afgesloten, van een park waarvan in eerder plannen sprake
was, nauwelijks meer sprake kan zijn. Voor een park is in optie A bovendien
amper plaats doordat beplanting onder de afritten onmogelijk of buitengewoon
moeilijk is (zie ook blz. 16 van het rapport). Zie wat dit betreft ook punt 7 c
hieronder.
Volgens
ons is het Roermondsplein bij de keuze voor optie B niet minder te gebruiken
als evenemententerrein en als een plaats voor ontspanning en sport dan in optie
A. Het programma is bij de keuze voor optie B echter niet zo eenzijdig en
minder overladen. Blauwe Golven blijft behouden en het Roermondsplein behoudt
daardoor zijn artistieke betekenis en waarde. Als die verdwijnen door sloop
zijn er bovendien gevolgen – onder andere oorlogspuin in de ondergrond dat
gesaneerd moet worden - waarop het rapport van Poelmans Reesink niet ingaat.
Daar komt nog het volgende bij:
a.
Het
Roermondsplein is door het ontwerp van Peter Struycken een open, lichte,
overzichtelijke en samenhangende ruimte. Het heldere, ogenschijnlijk simpele
ontwerp, waardoor de golven lijken te bewegen voor wie er langs beweegt, zorgt
voor visuele eenheid. Het verbindt wat qua aard (verkeersfuncties) en schaal
niet zomaar bij elkaar past en elkaar zonder verbindende schakel visueel
tegenwerkt en tenietdoet: de brug met zijn mastodontische proporties enerzijds en
het stedelijke decor en de mens anderzijds. Waar het rapport van Poelmans
Reesink aan voorbij gaat is, dat als Struyckens ontwerp verdwijnt en wordt
vervangen door de hier geschetste veelheid aan functies en voorzieningen, het
Roermondsplein een onoverzichtelijk en visueel versnipperd gebied zal worden.
De eenheid, de lichte openheid en de nu aanwezige zichtlijnen zullen
verdwijnen, met name door het verdwijnen van de mogelijkheid van doorkijk onder
de pilaren.
b.
Het
rapport van Poelmans Reesink negeert het feit dat de veelheid aan geplande
functies in optie A gevolgen zal hebben voor de druk op de binnenstad, de rust
van de omwonenden en de niet onproblematische ordehandhaving in het gebied.
c. Het rapport negeert eveneens de
blijvende aanwezigheid van de Mandelabrug en de permanente verkeersstroom.
Verkeerslawaai en vervuiling zijn, met of zonder sloop van Blauwe Golven,
feiten waar je niet omheen kunt en stellen hoe dan ook grenzen aan de
recreatiemogelijkheden op en om het Roermondsplein.
5 Een ongunstige voorstelling
van de verbindingen bij een keuze voor optie B en het uitsluiten van een
paviljoen op het uitkijkpunt zonder deugdelijke argumenten
a.
Het
rapport van Poelmans Reesink stelt (blz. 31) dat de 'programmastrip' (bedoeld
is het terrein langs de Oude Kraan aan de noordzijde) een prima connectie heeft
met Coehoorn Centraal en strategisch ligt aan de route vanuit de binnenstad
richting ArtEZ en Museum Arnhem. Daar voegt het rapport dan opmerkelijk genoeg aan
toe: 'Deze mogelijkheid is er niet in optie B.' Volgens ons is deze bewering
apert onjuist. Hij wordt in het rapport ook nergens onderbouwd. Uit alle in het
rapport opgenomen tekeningen blijkt dat optie B geen enkele belemmering vormt
voor de in het rapport genoemde routes van het oosten van de binnenstad naar
het museum in het westen.
b.
Het
uitkijkpunt in het zuidwesten van het Roermondsplein, aldus het rapport van
Poelmans Reesink (blz. 23 en 31), zou zich lenen voor het bouwen van een
hierboven al genoemd paviljoen met uitzicht op de rivier en de stuwwal richting
Oosterbeek. Dat dit uitkijkpunt niet alleen uitzicht biedt op stuwwal en
rivier, maar in de eerste plaats op de brede oprit van de Mandelabrug die
ervoor ligt, laat het rapport buiten beschouwing. Daar is misschien wat voor te
zeggen aangezien het hier gaat om het benadrukken van de toeristische
mogelijkheden. Waar niet echt iets voor te zeggen is de bewering (blz. 23) dat
het bouwen van een paviljoen op de plaats van het uitkijkpunt in het kader van
optie B niet 'relevant' zou zijn. Een argumentatie en onderbouwing voor deze
bewering worden niet gegeven. Optie A heeft anders optie B geen verhard pad,
maar een 'rododendronvallei' als verbinding tussen Oude Kraan en uitkijkpunt.
Is dat een reden om in optie B de bouw van een paviljoen af te doen als
irrelevant? In zowel optie A als B kruist het pad of de rododendronvallei de
verkeersweg van en naar Oosterbeek en in beide gevallen is dat een even groot
of klein obstakel.
6 Suggestief
beeldmateriaal
Het
rapport van Buro Poelmans Reesink toont met betrekking tot optie A prachtige
groene plantsoenen, weelderige struiken en volgroeide, meest bloeiende, bomen
zonder een locatie-aanduiding in genoemd plangebied. Was dit laatste wel
gebeurd dan waren deze idyllische sfeerbeelden deels verstoord door
brugpijlers, wegen en asfalt. Bovendien bloeien rododendrons en bomen een korte
periode. Volgens ons wordt hierdoor een vertekend beeld geschetst. Op het
Roermondsplein zullen de bomen en de gazons niet sneller en langer groeien en
bloeien dan elders. Bovendien, het werd hierboven al aangestipt onder punt 4,
geeft het rapport aan dat onder de afritten van de brug, ongeveer 20% van het
gebied (onderschrift bij tekening rechtsboven blz. 17), niets zal kunnen
groeien (blz. 16).
Ook de op
blz. 18 en blz. 19., respectievelijk Ruimtelijk concept – Optie A en Optie B,
weergegeven afbeeldingen kunnen niet anders dan subjectief genoemd worden: in
optie B oogt alles strak en statisch terwijl optie A speels is uitgewerkt met
ovalen in frisse kleuren zonder dat concreet wordt aangegeven wat hier is
gedacht. Aangezien Blauwe Golven geen rechthoekig plat plein is, kan deze
weergave volgens ons zelfs als een verkeerde voorstelling van zaken worden
genoemd.
7 Parkeerplaatsen
optie B en de markering
Het aantal
door ons bij een keuze voor optie B berekende parkeerplaatsen bedraagt 310 en
niet de door de Poelmans Reesink genoemde aantallen tussen 160 en 285
parkeerplaatsen. Het voortdurend goochelen met al dan niet belijnde
parkeerplaatsen op verschillende locaties in het plangebied en op meerdere
plaatsen in het rapport, werkt verwarrend. Het rapport doet onnodig ingewikkeld
over belijning en stelt dat Peter Struycken hiertegen bezwaar zou hebben. Dat
is een onjuiste weergave van zaken. Peter Struycken heeft al eerder betoogd dat
de parkeerplaatsen eenvoudig en efficiënt gemarkeerd kunnen worden zonder de
huidige dikke en detonerende oranje lijnen. Een steen, merk of stip zou
voldoende zijn. Struycken pleit ook voor de markering van een deel of alle
parkeerplaatsen met een contactpunt of
laadpaal voor elektrisch rijden. Dit wordt immers de toekomst van parkeren.
Bij dit laatste sluiten we ons graag aan.
Al eerder
heeft Struycken meerdere mogelijkheden aangegeven om het huidige parkeerterrein
van Blauwe Golven via minimale ingrepen beter ‘vindbaar’ maar vooral meer
toegankelijk te maken zodat het vanaf alle kanten bereikbaar is. Hierdoor wordt
het totale parkeerareaal beter en efficiënter benut.
8 Vergelijkend
overzicht verwarrend en tegenstrijdig
a.
In
de tabel op blz. 43 waar beide opties worden vergeleken staat bij optie A
achter het kopje parkeren 66.00 m2 en om onbegrijpelijke redenen bij optie B 0
m2.
b.
Op
blz. 17 vermeldt het bijschrift onder de tekening links boven 70.600 m2 als
totale oppervlakte van het Roermondsplein. In de tabel op blz. 43 wordt 72.000
m2 vermeld als totale oppervlakte.
c.
De
vergelijkende tabel op blz. 43 geeft als oppervlakte van het groen in optie A
30.200 m2 en voor optie B 19.700 m2. Dat is een verschil van 10.500 m2. Dat
lijkt ons overdreven veel extra. Bij een oppervlak van 1400 m2 voor de
waterberging in het centrale gebied zouden die meer dan 10.00o m2
bijeengeschraapt moeten worden van losse stukjes langs en tussen de wegen, in
smalle stroken rond de parkeerplaats en aan de randen van de centrale vijver.
d.
De
vergelijkende tabel herhaalt dat er in optie B geen mogelijkheid is voor een
paviljoen op het uitkijkpunt en geen plaats is voor extra waterberging, wat
volgens ons in beide gevallen onjuist is en met argumenten hierboven is
weerlegd.
e.
Nergens
in het rapport worden kosten genoemd voor de realisering van optie A en B met
uitzondering van blz. 43 waar staat ‘In optie B blijft de fontein gehandhaafd
en dienen er ook kosten voor het weer in bedrijf nemen en in stand houden van
de fontein te worden opgenomen.’ Niet alleen is deze zin suggestief maar laat
onverlet de veel grotere kosten die gemoeid zijn om hier een waterberging aan
te brengen (zie hierboven met name onder punt 3).